Op 10 augustus 1925 werd Nederland geteisterd door een krachtige tornado, die van Uden tot Denekamp een spoor van vernietiging achterliet. De meeste schade werd aangericht in Zeeland en Escharen, waar meer dan 30 gezinnen dakloos raakten en twee kinderen tragisch hun leven verloren.
Een verbogen lantaarnpaal in Oventje herinnert ons aan deze sombere dag voor Zeeland. Ondanks de hitte die dag, kon niemand voorspellen dat er in Nederland onder deze omstandigheden een bijna tropische tornado zou ontstaan.
Volgens weerkundigen lag Nederland tussen een hogedrukgebied en een lagedrukgebied, wat een zuidelijke wind creëerde die warme en vochtige lucht in het land blies. Tegelijkertijd kwam er een koufront vanuit het zuidwesten. Het was een hete, benauwde dag, vooral in Oost-Nederland, waar de temperatuur boven de 30 graden steeg.
In de namiddag kwam er een onweersfront binnen, wat leidde tot wijdverspreide verwoesting van Uden tot Denekamp. De meest getroffen gebieden waren Zeeland en Escharen in Brabant en Borculo in Gelderland. Deze tornado staat bekend als “de stormramp van Borculo”, voornamelijk vanwege de brede media-aandacht die de lokale burgemeester wist te genereren.
Koningin Wilhelmina en prinses Juliana brachten een bezoek aan de getroffen gebieden enkele dagen na de ramp. Het duurde echter even voordat de schade in Zeeland gelijk werd erkend aan die in Gelderland, met een oorspronkelijke kloof van 20% in de schattingen! In Escharen werd Langenboom het zwaarst getroffen, terwijl in Zeeland voornamelijk de buurtschappen Graspeel, Trent en Oventje zwaar werden getroffen. Twee kinderen kwamen om het leven in Graspeel en Trent, en vele huizen en schuren werden geheel of gedeeltelijk vernietigd.
Naast foto’s is er nog maar weinig dat herinnert aan het natuurgeweld van toen. Al ligt in het buurtschap Oventje nog altijd die lichtmast als stille getuige en monument, neergekomen tijdens de stormramp.